We use cookies - they help us provide you with a better online experience.
By using our website you accept that we may store and access cookies on your device.

Het linkerbeen van Volkert

Volkert overpeinst op 23 jarige leeftijd de vele tegenslagen die hij in zijn nog prille carrière al heeft moeten overkomen. De Geliefde Voorzitter van de club spreekt hem bemoedigend toe.

Volkert bekeek de inhoud van zijn sporttas. Onder zijn bezwete shirt, het enige clubtricot dat hij in zijn gehele carrière nog had gedragen, verfomfaaide korte broek en doorweekte sportsokken ontwaarde hij de sporen van ingrepen aan zijn lichaam. Donkere vlekken en lange roze, ritsachtige structuren tekenden zijn linkerbeen van top tot teen. Het herinnerde hem aan zijn kwetsbaarheid: de vele blessures en zijn onstuimige karakter in combinatie met zijn gevoel voor rechtvaardigheid.

Het talent van Volkert toonde zich al vroeg. Vergeleken met leeftijdgenootjes was hij lang, en hij beschikte over de nodige sprongkracht. Bovendien had hij gevoel voor positie en al snel kwam hij centraal op het middenveld terecht. Scout Leendert-Jan Terluin had niet lang nodig gehad om hem als talent voor de club aan te dragen. De Geliefde Voorzitter wierp één blik op het scouting rapport en ging direct akkoord. Coach Serban Petcu, zelf in zijn tijd een begaafd technicus, nam hem aan de hand.

In de jeugd sprong Volkert letterlijk en figuurlijk boven zijn leeftijdsgenoten uit. De talentloze straatjochies bij de opponenten kwamen dientengevolge handen en voeten tekort om hem af te stoppen. Gefrustreerd trapten ze hem dan maar zo hard mogelijk onderuit. Wendbaarheid was niet het sterkste punt van Volkert en dus werden zijn ledematen regelmatig getroffen. Een enkele keer ontstak Volkert in blinde woede over dit voor hem even onbegrijpelijke als pijnlijke vertoon van machteloosheid. Ach, had hij dat nu maar niet gedaan.

Volkert liep in de jeugd twee keer tegen de hoogst denkbare straf aan. Coach Petcu boog deemoedig het hoofd en trapte telkens een drinkfles om. Behalve de blessures die hij opliep, kostten rode kaarten hem zo kostbare trainingstijd en daarmee ontwikkelingspotentieel op weg naar het einddoel: het grote Oranje. Zijn lichaam raakte beurs van alle aanslagen. Op zijn 17de verjaardag promoveerde hij naar het eerste.

De Geliefde Voorzitter zag het in hem zitten. Dusdanig dat hij een team om Volkert heen bouwde, terwijl al er op dat moment toch al een zeer talentvolle lichting op het veld stond. ‘’Op jou bouw ik mijn kerk’’, had De Geliefde Voorzitter met een knipoog gesproken, die op de koop toenam dat een kansrijk project werd afgebroken om voor de tweede keer een nieuw project van vele jaren aan te gaan. De gehele selectie werd de laan uit gestuurd, een nieuwe coach aangeschaft en Volkert leek zich gestaag te ontwikkelen.

Met gepaste trots hief Volkert zich dagelijks in het smetteloos blauwwitte clubtenue dat dagelijks door clubmonument Henriëtte Mastenbroek voor hem schoongewassen werd. Maar het onheil kondigde zich al vroeg aan. Gedisciplineerd hield hij in het muurtje zijn hoofd omhoog bij een vrije trap van de tegenstanders. Met een keiharde wreeftrap werd de bal op snelheid gebracht, totdat het projectiel op het schedeldak van Volkert afketste. Groggy verdween hij naar de kleedkamer. Het duurde weken voor hij zich weer kon tonen op het trainingsveld. ‘’En op mijn 18de dat gedoe met m’n linkerbeen.

Die verdomde kuit’’. Een tegenstander boorde diens stalen noppen diep onder Volkert zijn huidoppervlakte en zo hinkelde hij het veld af. De comeback, twee weken later, duurde precies 22 minuten, tot het moment waarop de vers herstelde wond opengereten raakte als gevolg van een nieuwe tackle van achteren. ‘’De vergelijking met Arjen Robben gaat steeds meer op’’, had een toeschouwer gegrapt toen Volkert langs hem de spelerstunnel in werd gedragen en inderdaad moest hij regelmatig denken aan zijn mede provinciegenoot – 'De Man van Glas’.

Vervolgens leek het gelukkig beter te gaan, want tot Volkert zijn 21ste bleef hij bespaard van verder ongemak. Zijn positiespel en verdedigende kwaliteiten verbeterden sterk en zijn passes bereikten vaker een ploeggenoot. Alleen zijn conditie bleef achter. Tot de dag van vandaag bleef dat een zorgpunt. Na 3 gelukkige jaren sloeg het noodlot echter toch weer toe. Na een sprong van de kopspecialist zakte hij door z’n linkerenkel. Het gebeurde, zoals zo vaak, in de eerste helft, met gevoelig trainingsverlies als trieste consequentie.

De blessures hadden Volkert vroeg oud gemaakt en dat viel hem aan te zien. Zijn voorkomen was sinds zijn promotie naar het eerste volledig veranderd. Een diepe groef boven zijn neus tekende zijn zorgelijk ogende gelaat dat verder werd afgedekt door een dikke snor. Het haar was al grijs. Hij was pas 23 jaar. Tot 123 wedstrijden voor Schwalbe S.V. was hij tot nog toe gekomen. Ploeggenoot Cock Tijsterman, toch een stuk jonger, maar nog nooit geblesseerd geweest, stond op 127 wedstrijden. Tegen dertien blessureweken en drie rode kaarten was de beloftevolle spelmaker van Schwalbe S.V. aangelopen en vooral het linkerbeen had het flink moeten ontgelden.

Het stemde Volkert mismoedig. Hij had zo veel beter kunnen zijn, dacht hij, denkend aan zijn één jaar oudere naamgenoot bij IQ-Nullus'05. Die leek al zo veel verder dan hij zelf. Hij voelde met zijn rechterhand aan zijn been en streek langs de gevoelige plekken. 'Laat me niet meer in de steek', murmelde hij stilletjes. De Geliefde Voorzitter, die toevalligerwijs de kleedkamer betreden had voor zijn dagelijkse afsluitende ronde, had hem tot dan toe in stilte gade geslagen, voelde nu het moment aan en legde een troostende hand op Volkert zijn schouder.

'Laat je niet ontmoedigen, jongen. Er wacht je nog altijd een grootse toekomst. Oranje is haalbaar'. Dat had Volkert ook altijd gedacht, maar inmiddels was hij er minder zeker van. De Geliefde Voorzitter haalde de pleisterresten uit de tas en smeet ze in een prullenbak. 'Kop d'r veur, er is nog niks verloren!' Volkert hief zijn hoofd en putte moed uit de woorden van de man die zo onvermoeibaar veel vertrouwen in hem toonde. ‘Ik ga hem laten zien dat ik het waard ben’, dacht hij in zichzelf en liep door de uitgang waar het meer dan symbolische oranje avondlicht aan de horizon de zonsondergang aankondigde.

Dit is de inzending van Stadjer (3105242) voor de schrijfwedstrijd.


2019-04-27 14:50:53, 224 views

Link directly to this article (HT-ML, for the forum): [ArticleID=21057]

 
Server 070